HARDERWIJK - De rechtbank veroordeelt een 25-jarige militair uit Harderwijk voor handel in en bezitten van verboden wapens en munitie. Hij krijgt daarvoor 240 uur taakstraf en 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf.


Verzamelaar
De militair - met een fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog- had zijn hobby uit de hand laten lopen en had een verzameling verboden wapens en munitie voorhanden. Ook handelde hij in dergelijke wapens en munitie. De sergeant kwam in beeld toen de Koninklijke Marechaussee bij een andere verzamelaar 6 van hem afkomstige mortiergranaten aantrof. Bij een inval op zijn woonadres werden onder meer 4 oude vuurwapens en diverse granaten, hulzen, patronen, ontstekers en schokbuizen aangetroffen. Uit nader onderzoek bleek dat hij meer verboden wapens en munitie in zijn bezit had gehad en daarin ook had gehandeld.

Tweede wereldoorlog
De wapens waren uit de periode van rond de Tweede Wereldoorlog en varieerden van zogenaamde bodemvondsten - die niet meer bruikbaar waren - tot wapens die met weinig inspanning weer werkbaar konden worden gemaakt. Dat gold ook voor de aangetroffen munitie. Enkele granaten waren zelfs nog gewoon scherp en uit onderzoek is ook nog eens gebleken dat de sergeant in het schuurtje van het huis van zijn ouders zelf scherpe munitie onklaar had gemaakt. Een deel van de inbeslaggenomen munitie is direct door de Explosieven Opruimings Dienst Defensie veiliggesteld en vernietigd.

Regelgeving
Vanwege het gevaar dat uitgaat van wapens en munitie heeft Nederland strenge regels ten aanzien van het bezit van en de handel in wapens en munitie, ook als het om verzamelaars van oude wapens gaat. Zo moeten ook oude wapens volgens nauw omschreven regels onklaar worden gemaakt en ook voorzien zijn van certificaten waaruit dat blijkt. Voor handel zijn er nog strengere eisen. De wapens en munitiedelen van de sergeant voldeden niet aan de regels.

Reden voor de straf
De militaire kamer neemt de sergeant niet alleen kwalijk dat hij een grote verzameling verboden wapens en munitie heeft gehad, maar ook dat hij daarin handelde ondanks dat hij zelf twijfels had over de legaliteit daarvan. Door zelf munitie onklaar te maken nam hij ook nog eens grote veiligheidsrisico’s. De kamer neemt het hem bijzonder kwalijk dat zelfs nadat zijn verzameling in 2018 in beslag was genomen en de sergeant in voorarrest had gezeten, hij in 2019 wederom de fout in was gegaan met een verboden wapen dat in zijn nieuwe woning werd aangetroffen.

In het voordeel van de sergeant weegt de militaire kamer mee dat hij een blanco strafblad heeft. Bovendien is niet gebleken dat hij kwade bedoelingen had of dat hij handelde om winst te maken. Daarom krijgt hij geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf, maar de maximaal mogelijke taakstraf van 240 uur in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. Dat laatste is om te voorkomen dat hij nog eens de fout in gaat.

De sergeant zit al 2 jaar geschorst thuis en zijn toekomst bij Defensie is onzeker. Daarom laat de militaire kamer de persoonlijke omstandigheden van de sergeant iets zwaarder wegen dan de officier van justitie en komt ook tot een iets lagere straf dan geëist. Zijn verzameling krijgt de sergeant niet meer terug.