NUNSPEET - De rechtbank veroordeelt een 33-jarige man voor poging tot doodslag. Hij krijgt een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Daarbij moet de man schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

De man stak op 7 juni 2024 op het station in 't Harde het slachtoffer met een mes in zijn buik dan wel borst. Bij het slachtoffer was sprake van een zogenoemde 'sucking chestwound' op de borst, waarbij de buikholte is doorboord en waarbij letsel aan de lever en het middenrif was ontstaan.

De rechtbank oordeelt dat de man met zijn handelen bewust het risico nam dat vitale organen door het mes zouden worden geraakt en dat dit tot de dood van het slachtoffer zou leiden. Er is daarom sprake van poging tot doodslag.

Geen noodweer(exces)

Volgens de man handelde hij vanuit zelfverdediging. Zo zou hij eerder bij de woning van het slachtoffer met zijn hoofd tegen het hek zijn geslagen en even later werd hij bij het station plotseling geconfronteerd door het slachtoffer, twee andere mannen en een hond. De rechtbank gaat niet mee in dit verweer. Het beroep op noodweer(exces) wordt verworpen, nu ook niet aannemelijk is geworden dat de eerdere situatie bij de woning van het slachtoffer daadwerkelijk plaatsvond.

Verminderd toerekeningsvatbaar

De psycholoog stelde bij de man verschillende stoornissen vast. Deze stoornissen waren ook aanwezig tijdens de steekpartij. De rechtbank concludeert dat bij de man sprake is geweest van verminderde toerekeningsvatbaarheid en houdt daarmee rekening bij het bepalen van de straf.

Gevoelens van angst en onveiligheid

De rechtbank vindt dat sprake is van een zeer ernstig delict dat zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid voor het slachtoffer, maar ook voor de samenleving. De rechtbank legt aan de man een gevangenisstraf van 32 maanden, met aftrek van de tijd dat de man al in voorarrest heeft doorgebracht. Een deel van deze gevangenisstraf, namelijk 12 maanden, legt ze voorwaardelijk op. De rechtbank verbindt hieraan de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd, zoals het deelnemen aan een ambulante behandeling en het meewerken aan middelencontrole. De rechtbank vindt het van belang dat de man samen met de reclassering kan werken aan gedragsverandering en daarmee het verlagen van de kans op herhaling.

Tot slot moet de man schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.